Hoe zie ik er uit?

 Przewalskipaarden zijn de enige nog bestaande wilde paarden. Ze zijn vrij kleine, stevige paarden. Met hun korte benen en korte hals lijken ze wel wat op pony’s. Ze wegen 200-350 kilo en hebben een schouderhoogte van zo’n 130 cm. het hoofd is vrij groot en ze hebben sterke kaken. Maar er zijn ook andere, duidelijkere verschillen met onze tamme huispaardenrassen. De manen van het Przewalskipaard staan altijd rechtop, en ze hebben geen haarlok over het voorhoofd. De staart lijkt op die van de ezel en de zebra: korte haren bovenaan en alleen lange haren aan het uiteinde van de staart. De kleur van de vacht verandert van roodbruin op de rug en de flanken tot bijna wit onder de buik. De vacht is in de winter langer, dikker en lichter van kleur dan in de zomer. Over de rug van het Przewalskipaard loopt een donkere streep, we noemen dit een ‘aalstreep’. Fjordenpaarden hebben ook zo’n aalstreep. De onderbenen van het Przewalskipaard zijn aan de voorkant donker en aan de achterkant horizontaal gestreept, net als bij zebra’s. De snuit is altijd licht van kleur. Oneven? Paarden zijn onevenhoevigen. Dat betekent dat ze een oneven aantal gehoefde tenen per poot hebben. Paarden hebben net als ezels en zebra’s één hoef per poot. Tapirs en neushoorns zijn ook onevenhoevigen, maar zij hebben drie gehoefde tenen per poot.

Maak jouw eigen website met JouwWeb